Op woensdagavond 23 november was de eerste Bloeizone-netwerk Zuidoost Friesland bijeenkomst bij recreatiepark Dúndelle in Bloeizone Bakkeveen. Binnen de Regio Deal Zuidoost Friesland krijgen acht Bloeizones subsidie om hun plannen uit te voeren. Bloeizones Aldeboarn, Appelscha, Bakkeveen, Haulerwijk, Himsterhout, Steggerda, Wijnjewoude en de Wilgen staan in de startblokken om aan de slag te gaan. Bijna alle Bloeizones kwamen deze avond bij elkaar om van elkaar te leren, successen te delen en te inspireren. Daarnaast waren ook alle gemeenten vertegenwoordig; Ooststellingwerf, Weststellingwerf, Opsterland, Smallingerland en Heerenveen.
Bij binnenkomst werden de 30 deelnemers toegewezen naar één van de vier gesprekstafels met de volgende onderwerpen:
1. Wat is er nodig om de Bloeizone te verbreden?
2. Hoe kun je inzichtelijk maken wat er al is? En hoe kun je het aanbod met elkaar verbinden?
3. Hoe bereik je iedereen?
4. Nijsgjirriche tafel
De bijeenkomst werd geopend door HANNN’s Sanne van de Kamp. Na een korte voorstelronde, waarbij de Bloeizones werden uitgedaagd om hun Bloeizone in één zin te omschrijven, was het woord aan de projectleider Hammie Bosma (gemeente Ooststellingwerf). Met daarop volgend een introductie van onderzoeker Margriet Hielkema (NHL Stenden), zij gaat de toegevoegde waarde van de Bloeizones monitoren.
Vervolgens was het tijd voor de gesprekstafels. Iedere tafel was voorzien van een gespreksleider, zodat er na afloop een samenvatting gegeven kon worden. Voor dit onderdeel werd ruim de tijd genomen.
“Wat we willen, is wel duidelijk. Mensen erbij vinden, gaat ook nog wel. Maar deze mensen dan samenbrengen – dat is lastig!“




Benieuwd naar de uitkomsten? Lees ze hieronder of download de samenvatting.
Uitkomsten gesprekstafels
1. Wat is er nodig om de bloeizone te verbreden?
Wat je in de eerste plaats nodig hebt is geduld. Gras gaat niet sneller groeien door eraan te trekken. Je moet juist rustig doorbouwen op structuren die al bestaan in een dorp of een wijk. Daarbij leert de ervaring in verschillende Bloeizones dat er wel eens wrijving is tussen initiatieven: mensen die meer bezig zijn met hokjesdenken dan met de vraag hoe je samen tot meer impact kunt komen.
Soms is een probleem ook een kans. Het verdwijnen van bepaalde voorzieningen is in meerdere Bloeizones de aanleiding geweest om elkaar op te zoeken en samen te zoeken naar een manier om het gat op te vullen. Sowieso zien veel Bloeizones het hebben van een ontmoetingsplaats essentieel om de verbinding in de lokale gemeenschap te organiseren.
De harde kern van een Bloeizone kiest op een gegeven moment een aantal speerpunten waar men mee aan de slag wil. Men geeft als tip dat het goed is concrete acties te koppelen aan deze speerpunten. Dit soort acties zullen we ook delen tussen de bloeizones in Zuidoost Friesland, om elkaar te inspireren. Op de avond zelf werden initiatieven genoemd als ‘Breek de Week’ (een dorpslunch), een Herfstfair (een markt voor inwoners) en een fruitbomenactie (een boom voor ieder huishouden).
En het is verstandig om na te denken over hoe je zichtbaarheid organiseert voor deze activiteiten. Bijvoorbeeld via de buurtkrant, een lokale website of het verspreiden van flyers.
2. Hoe kun je inzichtelijk maken wat er al is? En hoe kun je het aanbod met elkaar verbinden?
Het gesprek aan deze tafel ging ook veel over het samenbrengen van mensen die mee willen doen en hoe je als bloeizone zichtbaar en actief kunt blijven of worden.
Inzicht krijgen kan door:
– Enquête houden door het hele dorp
– Ga in gesprek met de professionals: huisarts, apotheek, fysiotherapeut, enz.
– Brainstormavond organiseren met verenigingen, of andere (min of meer) duidelijke groepen. Dit kan PB doen, maar dat hoeft niet. Mogelijke gespreksonderwerpen zijn ontwikkelingen in het dorp, veranderingen, behoeften
– Ga praten met initiatieven die al lang lopen. Misschien willen ze (nog) niet aanhaken bij de bloeizone, maar ze zijn succesvol! Hoe doen zij het en wat zien zij?
– Vul het Spinnenweb van positieve gezondheid in: Wat is er al? Wat kan er beter? Dit proces kun je opknippen. Bespreek het web bijvoorbeeld eerst met specifieke groepen zoals de ondernemers, de verenigingen, enz. Deel met hen dan de uitkomsten. Daarna kun je de uitkomsten breder in het dorp/wijk bespreken.
– Huur een student of professional in om input op te halen, bijvoorbeeld door wandelingen met inwoners, interviews, enquêtes
– Maak een sociale kaart van het dorp maken: welke instanties en verenigingen zijn er, waar kun je welke activiteit doen? Daarmee vinden mensen de weg en ontstaan er mogelijk nieuwe verbindingen en initiatieven.
Inzicht en plannen delen kan via:
– Bijeenkomsten, met groepen of het hele dorp
– Websites, van het dorp, Plaatselijk belang, gemeentes (bijvoorbeeld www.uutgaon.nl van Ooststellingwerf)
– Dorpsagenda
– Dorpskrant
– Flyers
– Social media, bijvoorbeeld facebook
Maar ook als je dit allemaal inzet, kan het stil blijven bij koffieochtenden of kun je te horen krijgen dat de bloeizone niet te vinden is…
Suggesties om de bloeizone zichtbaar te maken:
Vraag ‘BD’ers om ambassadeur te zijn: Bekende Dorpelingen, mensen die voor veel inwoners herkenbaar en vertrouwd zijn. Appelscha kiest voor 1 leidraad – ‘fittesten, gezond eten en bewegen’. Dit helpt in de communicatie en maakt het makkelijker om mensen en initiatieven aan te haken.
Ideeën om mensen aan te haken:
– Peil bij bijeenkomsten wie er interesse heeft om misschien iets bij te dragen. Benader deze mensen later persoonlijk, 1-op-1.
– Zijn er veel ‘eilandjes’, organiseer dan iets leuks voor iedereen. Hierdoor ontstaat een goede sfeer, waarin je degenen waarvan je inschat dat ze wel belangstelling hebben om breder te kijken, persoonlijk kunt benaderen.
– Boor bestaande netwerken aan.
3. Hoe bereik je iedereen?
De vraag “hoe bereik je iedereen” riep al veel vragen en reacties op:
– Wil je iedereen wel bereiken?
– Niet iedereen heeft de behoefte om mee te doen aan de bloeizone, en dat is prima!
– Wie is iedereen?
– Als de bloeizone de jeugd wil bereiken, vraag je dan ook af; wil de jeugd de bloeizone wel bereiken?
– Welk kanaal je gebruikt hangt af van wie je wilt bereiken.
– Zorg voor een win-win situatie!
Media
– Via de dorpswebsite en/of facebook; regelmatig berichtjes/nieuws plaatsen van de bloeizone.
– Via de buurtapp; vooral handig om mensen uit te nodigen voor activiteiten.
– Via de dorpskrant; terugkerende herkenbare rubriek. De kracht zit in de herhaling.
– Via lokale, regionale of landelijke radio en tv.
– Door huis aan huis te flyeren.
Sleutelfiguren
– Via actieve inwoners van het dorp; vraag sleutelfiguren het verhaal van de bloeizone te vertellen en mensen te enthousiasmeren om mee te doen.
– Via Omtinkers en het dorpssteunpunt; vrijwilligers in het dorp die de taak hebben om bij mensen op bezoek te gaan als dat nodig is. Bijv. bij ziekte, overlijden, eenzaamheid enz.
– Via de huisarts; de huisarts is een belangrijke partner binnen de bloeizones. In Bakkeveen is de huisarts de initiatiefnemer. Niet overal is de huisarts aangehaakt.
– De huisarts kan mensen doorverwijzen naar de activiteiten van de bloeizone.
– Via 0e en/of 1e lijns zorgaanbieders. Denk aan diëtist, fysiotherapeut, wijkverpleegkundige. Zij zijn belangrijke verwijzers en ambassadeurs.
Persoonlijk contact
– Via persoonlijk contact; mensen persoonlijk vragen of ze mee willen doen of mee willen denken en/of helpen. Concrete vragen stellen helpt daarbij!
– Vragenlijsten/enquêtes sturen en persoonlijk weer ophalen; enquêtes met concrete vragen (waar heb je behoefte aan, waar wil je mee/bij helpen) en keuzemogelijkheden, makkelijk en snel in te vullen.
Aansluiten bij wat er al is
– Via dorpsbelang/plaatselijk belang; tijdens de jaarvergaderingen kun je een praatje houden. Sommige bloeizones staan standaard op de agenda. Maak gebruik van de website van dorpsbelang.
– Via (sport, buurt) verenigingen; via de verenigingen in het dorp kun je bijvoorbeeld flyers uitdelen en gebruik maken van hun communicatiekanalen. Zij kunnen mensen attenderen op de bloeizone.
– Tijdens het buurt/dorpsfeest kun je een presentatie houden. Hier komen veel mensen op af.
– Door het betrekken van de (basis)scholen.
– Door hulp/expertise te vragen van het jongerenwerk, soos, kerk, buurtsportcoaches enz.
Methodes
– Het uitschrijven van een buurtwedstrijd; wie heeft de groenste buurt, de hoogste stokroos enz.
– Vragenlijsten
– Tupperware methodiek;
Mensen uit de beoogde doelgroep worden gevraagd om op te treden als gastvrouw/gastheer van een ‘party’. Eventueel kunnen mensen beloond worden voor het aantal mensen dat zij weten te bereiken. Tijdens deze bijeenkomst wordt informatie gegeven over het onderwerp van de tupperwareparty of worden de gasten bevraagd over het onderwerp. Aan het einde van de bijeenkomst wordt gevraagd wie een volgende bijeenkomst wil organiseren. Zo verspreid de informatie zich als een olievlek en kunnen veel mensen bereikt worden (Kenniscentum Demos).
4. Nijsgjirriche tafel
Bij de ‘nijsgjirriche tafel’ is gesproken over wat mensen inspireert, over wat zij zien als meerwaarde van hun bloeizone, met het idee om daarmee ook enigszins zicht te krijgen op thema’s die van belang zijn in de monitoring van de bloeizones.
Thema’s waar de bloeizones aan bijdragen
– Saamhorigheid/ verbinding/ zingeving: je bent met een groep mensen bezig in je dorp, met een gedeelde visie, wat energie geeft en ervoor zorgt dat je in kleine stapjes vooruit komt.
– Laagdrempelige activiteiten voor en door elkaar, bv eenzame ouderen bij elkaar brengen en laten bewegen.
– Meetbare aspecten/ ‘harde uitkomsten’ van gezondheid (bijv. Appelscha en Bakkeveen): door middel van fittests in kaart gebracht.
– Elke bloeizone heeft in het schriftelijke plan minimaal twee aspecten van bloeizones beschreven waar zij met hun bloeizone aan bij willen dragen.
Randvoorwaarden:
– Samenwerking tussen verschillende partijen in een dorp (sport, ondernemers, huisarts, etc) is van belang.
– Onafhankelijkheid: Sommige bloeizones geven aan dat het voor hun belangrijk is dat ze niks opgelegd krijgen en dat het ook van belang is dat zij anderen (bewoners) niks opleggen.
– Ruimte krijgen om uit te proberen.
– Geld noemen verschillende bloeizones als nodig om zaken uit te kunnen proberen om erachter te komen of iets al dan niet aanslaat. Het wordt ook gezien als waardering “na het krijgen van de subsidie werd 2 jaar hard werken beloond!”
– Eigen tempo mogen volgen. Soms heb je goede ideeen, maar zijn anderen er nog niet klaar voor, dan duurt het jaren voordat het tot een concrete uitwerking komt (of niet).
– Geen stip op de horizon hoeven hebben: het is een beweging waarin saamhorigheid/ verbinding de drijvende kracht is, waarin plannen ontstaan, maar niet doelgericht ergens naar toe kan worden/wordt gewerkt.
– Mensen hebben eerst bestaanszekerheid nodig, dan pas komt er ruimte voor andere zaken.
Tips en inspiratie
– Klein beginnen om van daaruit uit te breiden
– Successen delen en laten zien!
– Mond op mond reclame
– Richt je zowel op jongeren als ouderen, start vroeg met preventief werken. Jeugd bijvoorbeeld betrekken door een jeugdagenda te maken (Wijnjewoude).
– Kijk naar wat er al is en sluit daarbij aan
– Voetbalclub kan voorbeeldfunctie hebben bij afnemen fittests
– Combineer verschillende insteken: bijv. wandelen als sociale activiteit, om fit te worden en/ of om van de natuur te genieten: zo spreek je verschillende mensen aan.
– Concreet voorbeeld in Bakkeveen: iemand die af wil vallen. Motivatie door alleen dietist is te beperkt en er wordt nu gekeken naar hoe dit in de gemeenschap kan worden opgepakt.
– Fittesten
– Omtinkers (Wijnjewoude)
– Samenwerking met kringloopwinkel (de Ynbring) Aldeboarn
– Bloemenmanden maken
– Met alle verenigingen in het dorp een inspiratiemiddag organiseren
– Medicijnresten in water onderzoek
Vragen die leven:
– Bloeizone Wijnjewoude: hoe huisarts te betrekken?
– Bloeizone Steggerda: hoe zicht krijgen op achter de voordeur, bijv. armoede en eenzaamheid. Tip bloeizone Wijnjewoude: Omtinkers.